Taal is een belangrijk onderdeel van ons dagelijks leven, maar fouten in spelling of gebruik kunnen verwarring veroorzaken. Een veelvoorkomende vraag is: schrijf je kwa of qua? Het juiste antwoord is simpel: qua. Toch wordt kwa vaak foutief gebruikt. In dit artikel leg ik uit waarom qua correct is, wat het betekent, en geef ik je handige tips om andere veelvoorkomende taalfouten te vermijden.
Waarom is qua correct?
Qua is een woord dat we volgens Verantwoordgroen.nl gebruiken om een specifiek aspect of eigenschap te benadrukken. Het komt uit het Latijn en betekent “wat betreft” of “op het gebied van”. Voorbeelden zijn: “Qua prijs is dit product betaalbaar” of “Qua smaak is dit gerecht heerlijk.”
Het probleem met kwa is dat het klinkt zoals qua wordt uitgesproken, maar kwa is geen officieel Nederlands woord. Het is simpelweg een foutieve spelling. Qua daarentegen is volledig ingeburgerd en correct. Onthoud dus: schrijf altijd qua als je een aspect wilt beschrijven.
Hoe gebruik je qua?
Het gebruik van qua is eenvoudig. Het wordt altijd gebruikt in combinatie met een specifiek onderwerp of aspect. Denk bijvoorbeeld aan:
- “Qua ligging is dit een fantastische plek.”
- “Dit merk is erg goed qua kwaliteit.”
Met qua kun je duidelijk maken welk onderdeel of welke eigenschap je bedoelt. Het is een handig woord dat je zinnen preciezer maakt.
Veelvoorkomende taalfouten naast kwa of qua
Naast de verwarring tussen kwa of qua, zijn er nog andere fouten die vaak worden gemaakt. Het Nederlands kent veel regels, en het is niet gek dat er soms iets misgaat. Hieronder bespreek ik enkele bekende valkuilen.
Als en dan door elkaar halen
Een klassieke fout is het verkeerd gebruiken van als en dan. Veel mensen zeggen bijvoorbeeld: “Hij is groter als zijn broer.” Dit is niet juist. Je gebruikt als bij gelijkheid, zoals in: “Hij is even groot als zijn broer.” Bij een vergelijking gebruik je altijd dan, zoals in: “Hij is groter dan zijn broer.” Het verschil is simpel, maar het blijft een valkuil.
Die en dat verwisselen
Het onderscheid tussen die en dat is een veelvoorkomende bron van fouten. Een voorbeeld is: “Het meisje die ik zag.” De juiste vorm is: “Het meisje dat ik zag.” De regel is dat je die gebruikt bij de-woorden en dat bij het-woorden. Een handige tip is om naar het lidwoord te kijken: bij de hoort die, en bij het hoort dat.
Werkwoordspelling
Het vervoegen van werkwoorden zorgt ook vaak voor problemen. Een voorbeeld hiervan is: “Hij word boos.” De correcte vorm is: “Hij wordt boos.” In de tegenwoordige tijd voeg je bij de derde persoon enkelvoud altijd een -t toe. Een handige truc om fouten te voorkomen is door het werkwoord lopen te gebruiken. Als je loopt zou zeggen, schrijf je ook wordt.
Waarom aandacht voor taal belangrijk is
Taalfouten lijken misschien onbelangrijk, maar ze kunnen je boodschap minder duidelijk maken of zelfs afleiden van wat je bedoelt. Door bewust om te gaan met woorden zoals qua, als en dan, en door goed te letten op werkwoordspelling en grammatica, kun je deze valkuilen vermijden. Het hoeft niet ingewikkeld te zijn, maar met aandacht voor de details kun je een groot verschil maken in hoe je overkomt.
